wandtapijt
Ik knijp er een weekje tussen uit. Ik heb een vlucht heen en weer en een bed voor één nacht, bij mensen die me steunen en waar ik me welkom voel, die ook voor mij kunnen tolken als het nodig is. Daarna ga ik op zoek naar een plek die me vorig jaar weggeblazen heeft door zijn echtheid en zijn eenvoud. Ze is nauwelijks bereikbaar met de wagen, in de bergen. De bewoners zijn er zo puur als de lucht die ze ademen. Ze hebben tijd en ze zien wel wat de dag hen brengt. Ze baten een rudimentair restaurant uit, waar alleen producten uit de eigen tuin geserveerd worden aan hun gasten, meestal wandelaars die voor een lang traject gekozen hebben. Je kan er zelfs overnachten, als je kiest voor de authentieke beleving en tevreden bent met minimaal comfort. Je kan er mee deinen op hun trage ritme en herbronnen.
Wat denk ik daar te vinden? Mezelf vooral. Ik heb nu drie maanden geleden een grote stap gezet en ondertussen veel gesprekken gevoerd, veel op sociale media gezeten ook. Ik heb nieuwe wegen ingeslagen en ik voel me goed bij mijn eerste ervaringen als gastvrouw, verbindingscoach, loopbaancoach en ritueelbegeleider. Nu wil ik selectief zijn of net nog andere wegen verkennen. Wie ben ik echt, waar ben ik mee bezig, wat doe ik het liefst, waar ligt mijn passie, waar put ik de grootste voldoening uit? Waarop wil ik de volgende maanden focussen? Het beeld van de persoon die van op twintig centimeter afstand naar een wandtapijt kijkt, dat past op dit ogenblik volledig bij me. Ik zie de kleuren, de knopen, de fijne steken, een los draadje misschien, maar om ook de tekening en de schoonheid van de compositie te zien moet ik dringend enkele stappen achteruit zetten.
Verder weet ik nu al precies wat er gebeuren zal. Ik zal al snel mijn geliefde huisgenoten missen. Die ervaring ken ik van mijn vorige solo-uitstapjes. Driehonderdvijftig jaar geleden schreef Roger Bussy-Rabutin daar al een waar woord over: “L'absence est à l'amour ce qu'est au feu le vent: il éteint le petit, il allume le grand”.